Gezondheid en zorg

Maatschappelijke Opvang (prestatieveld 7a Wmo) en Openbare geestelijke gezondheidszorg (prestatieveld 8 Wmo)

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Beperken van noodzaak tot gebruik van maatschappelijke opvang. Indien noodzakelijk opvang en ondersteuning bieden gericht op door- en uitstroom, alsmede het vergroten van participatie en zelfredzaamheid. Daarnaast wordt ingezet op het beperken van overlast door dak- en thuislozen.

Streefdoel/indicator

In 2014 zitten alle dak- en thuislozen die bekend zijn bji de centrale toegang, in traject gericht op een stabiele mix van huisvesting, dagbesteding zorg- en hulpverlening waarbij het hoogst haalbare niveau van de cliënt als uitgangspunt wordt gehanteerd.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

Alle dak- en thuislozen, bekend bij de centrale toegang, worden na screening in een traject geplaatst, of doorverwezen naar elders (andere regio, andere hulpverlening).

Ook in 2014 zitten alle dak- en thuislozen die bekend zijn bij de centrale toegang, in een traject.

Gerealiseerd.

Streefdoel/indicator

In 2014 is voor tenminste 60% van de daklozen bekend bij de centrale toegang dagbesteding gerealiseerd.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2013 heeft 39 % van de dak- en thuislozen structurele dagbesteding. Een ander deel heeft wel vormen van dagbesteding, maar niet structureel.

In 2014 is voor ten minste 60% van de dak- en thuislozen dagbesteding gerealiseerd.

Gerealiseerd (95%). Alle dak- en thuislozen die bij de Centrale Toegang worden gemeld,  krijgen een aanbod van Zwolle Actief voor dagbesteding. Slechts een enkeling maakt geen gebruik van dit aanbod, daarom is de score geen 100%.

Streefdoel/indicator

Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolge van huisuitzetting is in 2014 minder dan 5% van het aantal daklozen.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2012 was 4,5% van het aantal daklozen het gevolg van huisuitzettingen.

Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolge van huisuitzetting is in 2014 minder dan 5% van het aantal daklozen.

Exacte cijfers over huisuitzettingen zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Wel blijkt uit gesprekken met corporaties en zorgaanbieders dat het aantal huisuitzettingen afneemt en dat dakloosheid als gevolg van huisuitzettingen in de meeste gevallen kan worden voorkomen door tijdig hulpverlening in te zetten.

Streefdoel/indicator

In 2014 is overlastgevend gedrag van daklozen teruggebracht naar 75% van het niveau van 2010.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

Concrete cijfers ten aanzien van nulmeting zijn niet beschikbaar, o.a. vanwege vervanging registratiesysteem bij politie. Hierdoor is de oorspronkelijke 0-meting uit 2007 niet meer te gebruiken als basis voor vervolgmetingen.

In 2013 is met politie en centrale toegang (GGD) onderzocht in hoeverre het alsnog mogelijk is om een betrouwbare nulmeting vast te stellen. Omdat dak- en thuislozen niet meer  als zodanig in het registratiesysteem van de politie geregistreerd staan en koppeling van gegevens van C.T. aan het systeem van de politie op technische alsmede op privacy problemen stuitte is geconcludeerd dat dit niet haalbaar is.

Wel zijn er andere bronnen die gehanteerd kunnen worden (o.a. buurt voor buurt onderzoek, rapportages project Streetcare) om overlastgevend gedrag van daklozen te monitoren.
Insteek blijft uiteraard aantoonbare daling van overlast door dak- en thuislozen.

Er is minder overlast door dak- en thuislozen, gelet op voorgaande kan geen betrouwbare vergelijking tussen de 0 meting in 2007  worden gemaakt.

Streefdoel/indicator

In 2014 is voor ten minste 95% van de daklozen bekend bij de centrale toegang, huisvesting gerealiseerd.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2013 is voor ten minste 95% van de daklozen, bekend bij de centrale toegang, huisvesting gerealiseerd. Hierbij moet wel worden aangegeven dat ook nachtopvang hier als huisvesting is aangemerkt, niemand hoeft op straat te slapen.

In 2014 is voor ten minste 95% van de daklozen bekend bij de centrale toegang, huisvesting gerealiseerd.

Gerealiseerd.

Streefdoel/indicator

Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolge van detentie of afwenteling door andere instellingen is in 2014 minder van 5% van het totaal aantal daklozen.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

In Zwolle zijn nagenoeg geen gevallen bekend van dakloosheid als gevolg van detentie.

Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolge van detentie of afwenteling door andere instellingen is in 2013 minder dan 5% van het totaal aantal daklozen.

Gerealiseerd.

Streefdoel/indicator

In 2014 is het aantal zwerfjongeren in de regio Zwolle met 50% gedaald ten opzichte van het jaar 2008.

Nulsituatie

Norm voor 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2012 is het aantal zwerfjongeren licht toegenomen naar 92, waarmee het 7 % hoger ligt dan in 2008.

In 2014 is het aantal zwerfjongeren in de regio Zwolle met 50% gedaald ten opzichte van het jaar 2008.

Het aantal zwerfjongeren in 2014 is 93. Dat is vergelijkbaar aan het aantal zwerfjongeren in 2012. De doelstelling dat het aantal 50% lager zou zijn dan het aantal zwerfjongeren in 2008 is echter niet haalbaar gebleken.  

Toelichting

In 2014 werd een toename van overlast door dak- en thuislozen in de binnenstad geconstateerd, met name in en bij de bibliotheek. Dit had deels te maken met het sluiten van Bonjour per eind 2013. Een deel van de bezoekers van Bonjour kon geen aansluiting vinden met het aanbod van Zwolle Actief en hield zich in de binnenstad op. Aanvullende afspraken met de partners van Zwolle Actief en gerichte inzet van Streetcare heeft er voor gezorgd dat de overlast is afgenomen.

Ten aanzien van het aantal dakloze jongeren is het streefdoel door de raad in 2010 in een amendement vastgesteld. Het streven is om in 2014 een daling met 50% te realiseren van het aantal zwerfjongeren in de regio Zwolle ten opzichte van het jaar 2008. Wij hebben eerder geconstateerd dat wij op basis van de cijfers van de afgelopen jaren niet verwachten dat het streefdoel realistisch is. Wij zagen in 2012 zelfs een lichte stijging van het aantal zwerfjongeren ten opzichte van 2008. Wij hebben afgelopen de periode fors ingezet op verbetering van de aanpak van de problematiek van zwerfjongeren. Zo is het project Fast Forward (begeleid wonen voor (zwerf)jongeren) gestart in Zwolle en Kampen. Daarnaast wordt ingezet op preventie c.q. warme overdracht van jeugdzorg naar reguliere zorg (project Go-on). Wij verwachten dat mogelijke afname van het aantal zwerfjongeren pas na 2014 zal plaatsvinden.

Relatie met andere programma’s

Bij het onderdeel maatschappelijke opvang en openbare geestelijke gezondheidszorg ligt er een relatie met de programma’s 8, 10 en 11.