Onderwijs en jeugd

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Een geslaagde schoolloopbaan voor alle kinderen en jongeren, zodat ze hun mogelijkheden zoveel mogelijk benutten en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.

Streefdoel/indicator

Het voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden. In 2013 e.v. neemt 100% van de doelgroepkinderen (zie a). deel aan voorzieningen. Doelgroepkinderen scoren eind groep 2 gemiddeld op landelijk niveau.

Nulsituatie

Norm van 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

% bereik doelgroeppeuters
0-meting 2012:  97% (absoluut: 155).

Doelgroepkinderen scoren eind groep 2 gemiddeld op landelijk niveau: nulmeting in november 2013.

100%.

Doelgroepkinderen scoren eind groep 2 gemiddeld op landelijk niveau.

226 kinderen hebben deelgenomen aan een VVE programma op een VVE peuterspeelzaal of VVE kinderdagverblijf (zie a)

Doelgroepkinderen lopen eind groep 2 ongeveer 3 maanden achter op het gemiddelde qua taalniveau.

Streefdoel/indicator

De kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvanglocaties is gewaarborgd door jaarlijks de wettelijke controles door de GGD te laten uitvoeren en waar nodig handhavend op te treden.

Nulsituatie

Norm van 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

2011: naleving na 1e controle: 42,5 %.

naleving na 1e controle: 75%.

2014: naleving na 1ste controle: 61%

Streefdoel/indicator

Voor leerlingen die daarvoor op grond van de Wet Primair Onderwijs, Wet Voortgezet Onderwijs en Wet Expertise Centra in aanmerking komen, is passend vervoer (afgestemd op hun zelfredzaamheid) naar de dichtstbijzijnde school naar onderwijssoort en –richting beschikbaar. Zoveel mogelijk leerlingen gaan zelfstandig met het openbaar vervoer of de (brom)fiets naar school.

Nulsituatie

Norm van 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

peildatum 31-12-2012
aantal leerlingen in OV: 25 (5%)
aantal leerlingen op (brom) fiets: 47 (9,4%)
totaal aantal leerlingen in leerlingenvervoer: 500 (100%)

Minimaal op niveau 31-12-2012.

peildatum 31-12-2014
aantal leerlingen in OV: 12 (2,6%)
aantal leerlingen op (brom)fiets: 44 (9,5%)
aantal leerlingen met eigen vervoer (km-vergoeding): 66 (14,3%
Totaal aantal leerlingen in vervoer: 462 (100%)

Streefdoel/indicator

Het voorkomen en verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters (zie b). Jaarlijks daalt het aantal voortijdig schoolverlaters in de regio IJsselland met 25%. Ten opzichte van vergelijkbare gemeenten zijn de behaalde resultaten in Zwolle gelijk dan wel beter. In 2015 meldt 90% van de scholen verzuim volgens vastgestelde richtlijnen.

Nulsituatie

Norm van 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

aantal nieuwe vsv-ers (absoluut):
meting schooljaar 2011-2012:
vsv-ers landelijk: 36.245.
vsv-ers regio IJsselland: 898.

2013 (schooljaar 2012-2013) regio IJsselland: 673.
2014 (schooljaar 2013-2014) regio IJsselland: 505.

In het schooljaar 2013/14 had de Regio IJsselland 573 nieuwe VSV’ers (1,6%). Dit is een daling van 5,4% ten opzichte van het jaar daarvoor.
De ambitie van 505 nieuwe Vsv'ers (1,5%) is nog net niet gehaald. De best scorende regio heeft een uitval van 1,3%, gelijk aan het jaar daarvoor.
Door de spectaculaire daling van het aantal nieuwe Vsv'ers in de afgelopen jaren wordt het steeds moeilijker dit aantal nog verder terug te brengen. Bestrijden van VSV gebeurt al veel meer preventief dan curatief. Jongeren die nu nog uitvallen zijn veelal in meerdere opzichten kwetsbare jongeren. Inmiddels bereiken Rijk, gemeenten en onderwijs nieuw beleid gericht op deze doelgroep voor.

meting schooljaar 2011-2012:
Gemeente Enschede: vsv-ers 3,9%.
Gemeente Arnhem: vsv-ers 5,0%.
Gemeente Zwolle: vsv-ers 3,9%.
Gemeente Deventer: vsv-ers 3,5%

2014:
% vsv-ers stad Zwolle is gelijk aan of lager dan vergelijkbare gemeenten (Arnhem, Enschede en Deventer).

meting schooljaar 2012-2013:
Enschede: 2,6%
Arnhem: 3,5%
Zwolle: 2,5 %
Deventer: 2,4%

% scholen dat schoolverzuim meldt volgens richtlijnen van 2012.

2014: minimaal 75%.

85% meldt volgens de richtlijnen

Streefdoel/indicator

Het versterken van Zwolle als studie/studentenstad waar studenten graag willen leren, wonen, verblijven en werken. In 2015 is het aantal deelnemers aan de Bruisweken minimaal 6250.

Nulsituatie

Norm van 2014

Wat is in 2014 gerealiseerd

aantal deelnemers Bruisweken 2012:
5870.

2014: 6250.

Aantal deelnemers: 10.600

Relaties met andere programma’s

Deze doelstelling heeft een directe relatie met de programma’s 6 en 2 (sociaal medische indicatie psz/ko) en 1 (Zwolle studentenstad).

Toelichting

a. Doelgroepkinderen voor voorschoolse educatie (VVE) zijn kinderen:

  • die vallen onder de gewichtenregeling basisonderwijs (opleidingsniveau ouders)
  • een taalachterstand in het Nederlands hebben
  • die te maken hebben met gezinsgerelateerde problemen waardoor ze onvoldoende gestimuleerd worden in hun (taal)ontwikkeling.

Gemeente zijn wettelijk verplicht om te streven naar 100% bereik van doelgroepkinderen met VVE. In de praktijk wordt 100% nooit gehaald, omdat ouders niet verplicht kunnen worden hun kinderen naar een peuterspeelzaal of kinderopvang met VVE te sturen. Het is niet te achterhalen hoeveel kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar een VVE-indicatie hadden, waardoor het bereik niet percentueel is vast te stellen. Op basis van het aantal kinderen met een leerling-gewicht is wel een schatting te maken. Het aantal doelgroeppeuters is dan 155. Onze definitie van de doelgroep is ruimer. Toch kan gesteld worden dat het bereik goed is.
b. Een voortijdig schoolverlater is iemand tussen 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo/niveau 2 of hoger.