Paragraaf 1 Kapitaalgoederen

Inleiding

Met het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een omvangrijk deel van de begroting gemoeid. In deze paragraaf is per onderdeel aangegeven vanuit welk beleidskader wordt gewerkt, wat de stand van zaken is, wat de financiële consequenties en resultaten zijn en wat de actuele risico inschatting is. Deze onderdelen zijn:

  1. wegen
  2. riolering
  3. infrastructurele kunstwerken
  4. water
  5. groen
  6. speelvoorzieningen
  7. straatmeubilair
  8. buitensport accommodaties
  9. onderwijsgebouwen
  10. verhuurde panden Vastgoed inclusief panden t.b.v. huisvesting gemeentelijk personeel

Openbare ruimte
Het algemene beleidskader voor wegen, riolering, infrastructurele kunstwerken, water, groen en speelvoorzieningen wordt geactualiseerd. De BOR-systematiek wordt vervangen door een nieuwe visie op het beheer en gebruik van de openbare ruimte.
De vastgestelde nieuwe beheerprincipes zijn:

  • beheren doen we samen (burgers, partijen en gemeente)
  • beheren doen we toekomstbestendig (duurzaam gericht op de toekomst)
  • beheren doen we op maat (we gaan differentiëren)

Sinds 1 juli 2012 maakt de afdeling uitvoering van de Gemeente Zwolle onderdeel uit van de ROVA. Vanaf 1 januari 2013 is het groenonderhoud uitbesteed aan ROVA. De gewenste kwaliteit van het groen ligt vast in de productbladen beheer openbare ruimte ROVA – Gemeente Zwolle.

Voor extra financiële informatie (inclusief verklaring voor verschillen van baten en lasten) dan wel inhoudelijke toelichting op productniveau wordt verwezen naar programma 9.

Wegen

Om het beschikbare budget voor wegenonderhoud zo efficiënt mogelijk uit te geven is de kadernota “Onderhoud wegen” vastgesteld. De prioritering uit deze nota wordt, samen met de uitkomsten van het wegbeheersysteem (o.a. de weginspecties), gebruikt voor de programmering van het wegonderhoud

Beleidskader

De kadernota onderhoud wegen d.d. 2005

Financiën

In 2014 is voor Wegen een bedrag van € 187.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 6.150.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 6.401.000.

Stand van zaken

Het wegonderhoud is uitgevoerd op basis van de prioritering in de kadernota wegen, de uitkomsten van het wegenbeheersysteem en de beschikbare middelen. Aangepakt zijn o.a.:
Hasselterweg, Hermelenweg, Zwartewaterallee, Kleine Veerweg, Meppelerstraatweg, Oude Meppelerweg, IJsselallee, Schuttevaerkade, Brinkhoekweg, Harculosepad, Het Engelse Werk, Oldeneelweg, Oude Dalfserweg, Haersterveerweg,
Fietspaden 2014: Kerkepad, Van der Capellenstraat, Nieuwe Deventerweg, Weidesteenlaan, Molenkampsweg, ijromenpad, Grenspad, Radenpad, Van der Heijdenpad, De Mars, Bonepad, Campus, Primulapad, Bachlaan, Middelweg

Actuele risico inschatting

Als wegbeheerder zijn wij – voor onze wegen -  aansprakelijk  voor schade ontstaan als gevolg van gebreken aan de weg. Dit is uitgewerkt in de paragraaf weerstandsvermogen. De veiligheid van de weggebruikers is (in principe) niet in het geding. Er is een klein risico met betrekking tot het voldoen aan de veiligheid, omdat onveilige situaties ons niet altijd bekend zijn. Zodra we dit weten wordt het direct verholpen. Wel staat het budget voor wegbeheer onder druk. Doordat toekomstig beheer van staduitbreiding sinds de aanleg van Zwolle-Zuid goed is geregeld, hebben we problemen in de bestaande stad (grotendeels) kunnen verhelpen uit de groei van het budget door de stadsuitbreiding. De stagnerende groei door de economische situatie kan in deze tot risico’s leiden.

Risicoverantwoording

Al in 2013 zijn we geconfronteerd met sneller slijtende zeer stille asfalt deklagen. Voor vervangen van de deklaag Hasselterweg is in 2014 extra budget toegekend.

In 2014 hebben zich geen calamiteiten met persoonlijk letsel voorgedaan die het gevolg waren van verwijtbaar achterstallig beheer en onderhoud van wegen.

Riolering

Beleidskader

Het gemeentelijk rioleringsplan 2011 - 2015 (GRP). Dit geeft aan hoe wij invulling geven aan onze wettelijke zorgplichten (Waterwet) voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, afstromend hemelwater en grondwater.

Financiën

In 2014 is voor riolering een bedrag van € 162.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 6.754.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 6.826.000.

Stand van zaken

Om de uitgaven van onderhoud, energiekosten, adviezen, verbetermaatregelen en kapitaallasten te dekken wordt rioolheffing geheven. De opbrengst van de rioolheffing en de overige inkomsten (bijdragen derden) dekken de uitgaven 100%. Om sterke schommelingen in de hoogte van de jaarlijks vast te stellen rioolheffing op te vangen, maken wij sinds 1996 gebruik van de egalisatiereserve tarieven rioleringen. De financiering van de aanleg van riolering in nieuw te ontwikkelen woon- en werkgebieden vindt geheel plaats via de grondexploitatie.

Er is geen achterstallig onderhoud. Het rioolstelsel heeft naar verwachting gefunctioneerd.
Uitgangspunt bij uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is dat de uitgaven kostendekkend zijn. De egalisatiereserve is positief, zodat wij een onvoorziene tegenvaller op kunnen vangen.
Er vindt een onttrekking plaats vanuit de egalisatiereserve tot de ondergrens van € 1 mln is bereikt.
Voor wat betreft de tariefontwikkeling in 2014 en de egalisatiereserve wordt verwezen naar de tarievennota 2014.

Actuele risico inschatting

Geen risico’s.

Risicoverantwoording

In 2014 heeft zeer beperkte rioolvervanging (ca. 125m1) plaatsgevonden en is ca. 215 m1 riool gerelined. Ook is een oud gemetseld toogriool (1,20x1,50) tussen de Kerkstraat en Diezerstraat van een nieuwe binnenbekleding voorzien.

Infrastructurele kunstwerken

Dit betreft bruggen, tunnels, kades, havens, sluizen, remmingswerken en waterkeringen. Planning en uitvoering zijn gericht op het voorkomen van gevaarlijke situaties. Hiervoor worden de kunstwerken elke 2 jaar geïnspecteerd

Beleidskader

De kunstwerken zijn conform planning geïnspecteerd.

Financiën

In 2014 is voor Infrastructurele Kunstwerken een bedrag van € 648.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 1.491.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 1.502.000.

Stand van zaken

Actuele risico inschatting

Geen risico’s.

Risicoverantwoording

In 2014 hebben zich geen calamiteiten voorgedaan.

Water

Het gaat hier om watergangen, sloten, bermen, bermsloten en beschoeiingen.

Beleidskader

Grasbeheer 2008 – 2017 (voor de natte graslandjes en oevers).
De snijschouw ligt vast in de maaibestekken.

Financiën

In 2014 is voor Water een bedrag van € 246.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 995.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 1.250.000.

Stand van zaken

  • Op de meeste Zwolse watergangen en sloten wordt de zogenaamde snijschouw uitgevoerd.  
  • Het technische onderhoud van beschoeiingen e.d. gebeurt op basis van “Zwolse kennis en ervaring”. We inspecteren minimaal eens in de 2 jaar. De nadruk van de inspecties ligt op de aspecten heel, veilig en stabiliteit. De inspecteur noteert de geconstateerde “schade” en in overleg met de beheeradviseur  worden de schades beoordeeld en maatregelen vastgesteld. De veiligheid en stabiliteit bepalen de prioriteit van de maatregel(en).

Actuele risico inschatting

Geen risico’s

Risicoverantwoording

Er hebben zich geen calamiteiten voorgedaan

Groen

Beleidskader

  • De bomenverordening 2013 inclusief Groene Kaart.
  • De lijst Bijzondere Bomen 2013
  • Het renovatieplan Licht op Groen, d.d. 2002.
  • De nota Binnenstadsparken Zwolle, d.d. 1999.
  • Het Groenbeleidsplan (GBP) 1998 – 2010 d.d. 1998.

Financiën

In 2014 is voor Groen een bedrag van € 47.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 6.027.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 6.122.000.

Stand van zaken

Alle ‘groeninformatie’ staat in het digitale groenbeheerssysteem (Mi2 groen/XEIZ) en is opgenomen in Geopoort. Zo is al het groen in Zwolle inzichtelijk en met een interne raadpleegfunctie opvraagbaar. In 2014 is overgeschakeld naar een nieuw beheersysteem (Obsurv).
Iepen en kastanjebomen worden gecontroleerd.  Zieke iepen worden direct verwijderd en vervangen. De ± 12.000 risicobomen worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de 800 “echte” risicobomen worden elk jaar gecontroleerd aan de  hand van de VTA keuring (Visual Tree Assessment). Afhankelijk van de uitkomsten van de VTA inspectie worden maatregelen getroffen.

Actuele risico inschatting

De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er nog sprake van achterstallig onderhoud.

Boomziektes en –plagen:

  • Iepen, kastanjebomen en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen.  Wat de kastanjeziekte betreft worden er preventieve maatregelen genomen. Dode kastanjes worden verwijderd en vervangen. De potentiële risicobomen, circa 12.000 stuks, worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de “echte” risicobomen, circa 800 stuks, worden elk jaar gecontroleerd.
  • De eikenprocessierups heeft in 2014 een enorme toename laten zien. Hierdoor zijn de kosten 60% hoger uitgevallen dan begroot. Direct optreden is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers. In 2015 wordt met regiogemeenten en de GGD gezocht naar een gecoördineerde aanpak.
  • Overlast door de spinselmot is in 2014 verder gedaald.
  • De essentakkensterfte, is voor het eerst gesignaleerd in Zwolle in 2012 en breidt zich verder uit. De verwachting is dat de ziekte er toe leidt dat op lange termijn een groot deel van de essen moet worden vervangen.
  • Bovendien neemt overlast door “lekkende bomen” toe. Door warmere zomers, hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan "druipen".  Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast.

Stormschade:
Stormschade wordt veelal veroorzaakt door bomen, die in hun val hun omgeving beschadigen. Het blad blijft tegenwoordig langer aan de bomen, waardoor deze langere tijd gevoelig zijn voor stevige stormen (een boom zonder blad kan veel meer wind verdragen). Bovendien vinden meer stormen plaats in de periode dat de bomen nog bladdragend zijn. In 2014 heeft zich geen stormschade voorgedaan.

Achterstallig onderhoud:
In 2002 is de kwaliteit van de heesters en bomen in de stad geïnventariseerd. Daaruit bleek dat 20% van alle heesters en bomen onder basis kwaliteit is (achterstallig onderhoud hebben). Met het renovatieplan "Licht op Groen" 2002 – 2020 zijn we inmiddels over de helft met het wegwerken van het achterstallige onderhoud.

Risicoverantwoording

Speelvoorzieningen

Regulier beheer en onderhoud van de Zwolse speelplekken. In het voorjaar worden alle speeltoestellen geïnspecteerd door een onafhankelijk bureau. Op grond van de uitkomsten van de inspectie vindt reparatie of vervanging plaats. Er kunnen onaangekondigde controles op veiligheid worden uitgevoerd door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA ).

Beleidskader

  • De Nota Speelruimte in Zwolle d.d. 2000, geactualiseerd in 2010 voor natuurspeelplaatsen.
  • Speelruimtekaarten tot 12 jaar d.d. 2004.
  • Het Besluit Veiligheid Attractie- en speeltoestellen; sinds maart 1997 van kracht.

Financiën

In 2014 is voor spelen een bedrag van € 360.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 594.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 599.000.

Stand van zaken

Beheer en onderhoud is uitgevoerd, alle Zwolse speelplekken zijn veilig.

Actuele risico inschatting

Geen risico’s

Risicoverantwoording

Er zijn geen gevaarlijke situaties aangetroffen

Straatmeubilair (gaat vooral om openbare verlichting (ovl) en verkeersregel-installaties (vri’s))

Om het openbare leven bij duisternis zo veilig en leefbaar mogelijk te maken, hebben en onderhouden we openbare verlichting (ovl). Deze is veilig, energiezuinig en duurzaam; (visuele) neveneffecten voor mens, dier en plant blijven tot  een minimum beperkt. Bij de vervanging houden we rekening met de landelijke en Europese richtlijnen voor openbare verlichting.

Beleidskader

In de informatienota aan de raad van 11/12/ 2012 staat de visie op openbare verlichting en de aanpak voor (grootschalige) vervanging openbare verlichting

Financiën

In 2014 is voor straatmeubilair een bedrag van € 571.000 geïnvesteerd. Tevens was een budget voor beheer en onderhoud beschikbaar van € 2.658.000 (incl. kapitaallasten). De werkelijke lasten bedroegen € 2.645.000

Stand van zaken

De verkeersregelinstallaties (vri’s) moeten betrouwbaar zijn, daarvoor worden ze jaarlijks geïnspecteerd op technisch functioneren. Daarnaast worden ze twee keer per jaar visueel gecontroleerd.
In 2013 is bij de PPN 2014-2017 nav de visie op openbare verlichting de ombouw naar LED vastgesteld (voor 4 jaar). Het gebiedsgerichte uitvoeringsplan is vastgesteld.  Uitvoering is gestart in 2014.  Ittersummerlanden is de verlichting omgebouwd van SOX naar dimbare LED. In Westenholte is de SOX-lamp vervangen door LED-oplossing. De 1e fase van de vervangings van masten en armaturen is aanbesteed en opgedragen; uitvoering is in januari 2015 gestart. Er zijn 3 vri’s vervangen.

Actuele risico inschatting

Tot nu toe vervingen we met het bestaande budget voor openbare verlichting circa 100 slechte masten en armaturen per jaar. Met als risico dat we over een aantal jaren geconfronteerd zouden worden met grote uitval en hoge kosten (kapitaalvernietiging en mogelijke sociale en verkeersonveiligheid). Omdat dat onwenselijk is, is in de PPN 2014 - 2017 budget beschikbaar gesteld voor grootschalige vervanging en ombouw naar LED. Hiermee wordt het risico op niet functionerende verlichting sterk verminderd.

Voor het betrouwbaar houden van de vri’s is het nodig jaarlijks minimaal 3 vri’s te vervangen. Er zijn 65 verkeersregelinstallaties (vri’s).  De gemiddelde levensduur is 15 jaar. Door jaarlijks minimaal 3 vri’s te vervangen, blijft het areaal up to date en betrouwbaar. Vervanging geschiedt op basis van leeftijd, functioneren, betrouwbaarheid en eventuele (geplande) reconstructies.

Risicoverantwoording

Er hebben zich geen calamiteiten  voorgedaan.

Buitensport accommodaties

Jaarlijks cultuurtechnisch onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader

Het onderhoud op de buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van jaarplannen. De uitvoering van deze plannen wordt gedekt door structureel geld. Op basis van analyse van voorgaand jaar wordt het nieuwe jaarplan gemaakt (waarbij kleine accentverschuivingen mogelijk zijn).

Financiën

In 2014 bedroeg het budget € 915.000 ( werkelijke kosten  € 918.000)

Stand van zaken

Enkele jaren geleden is de prijs kwaliteitsverhouding onderzocht en de uitkomsten hiervan waren goed.
Daarnaast worden bij bepaalde accommodaties periodieke keuringen uitgevoerd op basis van NOC/NSF normen.

Actuele risico inschatting

Geen risico’s.

Risicoverantwoording

Periodiek cultuurtechnisch onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader

Dit onderdeel heeft betrekking op renovatie van sportvelden. De gemeente beschikt over 33 natuurgras sportvelden. Ieder jaar wordt in ieder geval 1 sportveld gerenoveerd. De technische levensduur bedraagt gemiddeld ongeveer 20 jaar.

Financiën

Budget 2014 € 35.947, werkelijke kosten 2014 € 35.947 (dat wil zeggen een deel á € 25.947 is in reserve gestort voor opdracht EC)

Stand van zaken

Op de meeste accommodaties zijn de NOC/NSF kwaliteitseisen van toepassing.

Actuele risico inschatting

Geen risico’s.

Risicoverantwoording

Dagelijks bouwkundig onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader

De verenigingen krijgen een jaarlijkse bijdrage per kleedkamer op basis van het stichtingsjaar waarvoor de vereniging geacht wordt het klein dagelijks onderhoud uit te voeren. Streven is om dit jaarlijks te schouwen en de verenigingen ook aan te spreken op de voor hen uit te voeren werkzaamheden, omdat deze van invloed kunnen zijn op het groot onderhoud (zie hieronder).

Financiën

In 2014 was er een budget van € 88.395, werkelijke uitgaven  € 87.345.

Stand van zaken

Jaarlijkse schouwen.

Actuele risico inschatting

Geen risico’s.

Risicoverantwoording

Periodiek bouwkundig onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader

Voor het groot onderhoud aan de kleedkamers is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Jaarlijks wordt de Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) beoordeeld en noodzakelijke werkzaamheden in overleg en afstemming met de verenigingen uitgevoerd.

Financiën

Bedrag fluctueert van jaar tot jaar. In de reserve sportaccommodaties (bijlageboek) zijn de financiële gevolgen meerjarig vertaald.

Stand van zaken

Jaarlijkse uitvoering van werkzaamheden op basis van MOP.

Actuele risico inschatting

Geen risico’s.

Risicoverantwoording

Renovatie openluchtbad

Beleidskader

In 2009 is er een renovatieplan voor het Openluchtbad opgesteld. Het voorlopig ontwerp is begin 2010 afgerond. Een subsidieaanvraag bij het Rijk is begin 2011 afgewezen. Een aanvraag voor Provinciale subsidie is gehonoreerd tot een bedrag van ruim € 2,7 mln. Gevoegd bij de gemeentelijke bijdrage van € 2,7 mln. kan er uitvoering worden gegeven aan een optimale renovatie en restauratie van het Openluchtbad. De werkzaamheden zijn gestart in het najaar van 2011 en zijn grotendeels afgerond voor het zwemseizoen 2012. De winterperiode van 2012-2013 zijn de nog openstaande werkzaamheden uitgevoerd.

Financiën

De renovatie heeft uiteindelijk tot een tekort geleid van circa € 23.000 ten opzichte van de beschikbare middelen. Begin 2014 zijn de laatste kosten gemaakt.

Stand van zaken

Na het zwemseizoen 2013 is de coating opnieuw aangebracht. Deze kosten zijn verhaald op de verzekering.

Actuele risico inschatting

Op basis van een nog op te stellen MOP zullen de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden in kaart worden gebracht. Hiervoor zijn nog geen middelen gereserveerd in de gemeentelijke (sport)begroting.

Risicoverantwoording

Onderwijsgebouwen

Beleidskader

Vanuit de onderwijsregelgeving zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor het gehele gebouwonderhoud van hun scholen. De schoolbesturen voor het primair en speciaal onderwijs kunnen echter voor de bekostiging van het “buitenkantonderhoud” een aanvraag indienen bij de gemeente volgens een in de Verordening Onderwijshuisvesting neergelegde aanvraagprocedure.
De besturen van scholen voor voortgezet onderwijs zijn sinds 2005 geheel financieel verantwoordelijk voor de bekostiging van het gebouwonderhoud. Per 2005 zijn de desbetreffende middelen van de gemeente door het rijk verlegd naar de schoolbesturen.
Volledigheidshalve merken wij op dat per januari 2015 een wetswijziging in werking is getreden, op basis waarvan de schoolbesturen voor het primair en speciaal onderwijs ook, net als de besturen voor het voortgezet onderwijs, in financiële zin volledig verantwoordelijk worden voor het totale gebouwonderhoud. De financiële middelen voor “buitenkantonderhoud”  gaan dan niet meer via de uitkering Gemeentefonds naar de gemeente, maar rechtstreeks van het rijk naar de schoolbesturen.

Financiën

De in het financiële meerjarenbeleid voor onderwijshuisvesting opgenomen bedragen t.b.v. bekostiging van aanvragen van schoolbesturen voor ‘buitenkantonderhoud’ zijn m.i.v. 2011 gebaseerd op een Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) dat per schoollocatie door het Expertisecentrum van de gemeente Zwolle in nauwe samenwerking met de schoolbesturen van het primair en speciaal onderwijs is opgesteld.
Deze MOP wordt voor alle schoolgebouwen centraal door het Expertisecentrum beheerd en bewaakt. Door een dergelijke centrale afstemming wordt bereikt dat op gelijkwaardige wijze de behoefte aan onderhoud wordt gedefinieerd en per schoollocatie wordt bewaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de financiële consequenties voor zowel het “binnenkantonderhoud” (schoolbesturen) en het “buitenkantonderhoud” (gemeente).
De kosten die tot 1 januari 2015 voor rekening van de gemeente komen worden gedekt middels de via de PPN 2011 en de PPN 2012 verkregen middelen, bedoeld om de MOP op zowel financieel als (bouw)technisch verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren.  

Stand van zaken

Actuele risico inschatting

Geen risico’s

Risicoverantwoording

Verhuurde panden Vastgoed inclusief panden t.b.v. huisvesting gemeentelijk personeel

Beleidskader

De Nota Vastgoedmanagement is in november 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze Nota is aangegeven op welke wijze de gemeente het beheer en de exploitatie van haar vastgoedportefeuille vorm geeft. Op het vlak van technisch beheer stelt de gemeente voor al haar eigen vastgoedeigendommen meerjaren onderhoudsplannen (MOP) op. In een dergelijk plan
wordt voor een periode van tien jaar aangegeven welke onderhoudsmaatregelen (bouwkundig en installatietechnisch) wanneer noodzakelijk zijn om een gebouw op een voldoende tot goed onderhoudsniveau te houden en wat deze maatregelen kosten. Ter actualisatie van de MOP's worden alle gebouwen in een periode van drie jaar geschouwd. Anders gezegd: elk gebouw wordt eenmaal per drie jaar intensief onderzocht. Eventuele gebreken die hierbij aan het licht komen worden meegenomen in de aanpassing van een MOP. Bij verhuur van een gebouw maakt de gemeente als verhuurder afspraken met de huurder over de taak- en
verantwoordelijkheidsverdeling aangaande het onderhoud tussen beide partijen. Grofweg kan de volgende verdeling worden gemaakt: verhuurder is verantwoordelijk voor het planbaar onderhoud aan een gebouw, huurder voor de gehele binnenzijde van het gebouw c.q. het klein/dagelijks onderhoud. Gedegen onderhoud is noodzakelijk om de kwaliteit van een gebouw op peil te houden. Een gebouw met een goede staat van onderhoud vertegenwoordigt een hogere huur- of verkoopwaarde dan een pand met een slechte onderhoudsstaat.

Jaarlijks wordt naast het dagelijks onderhoud, het planbaar onderhoud behorende bij een jaarschijf, opgedragen aan het Expertisecentrum van de gemeente, die circa 90% van de uit te voeren werkzaamheden uitbesteed conform het gemeentelijk aanbestedingsbeleid. Alle gebouwen in bezit van onze gemeente, zijn verzekerd door middel van een Uitgebreide Gevaren Verzekering (UGV).

Financiën

Het jaarlijks beschikbare budget voor zowel het dagelijks onderhoud als het planbare méérjaren onderhoud staat al enige tijd onder druk. Een eerste analyse wijst uit dat de disbalans tussen de te verwachten onderhoudskosten en -budgetten vanaf circa 2018 resulteert in een negatieve onderhoudsreserve. Bij de eerste Meerjaren Prognose Gebouwen (MPG) in 2015 wordt de analyse geactualiseerd.

Stand van zaken

  • verhuurde panden:
    In 2014 is een budget beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitvoer van de MOP van € 2.600.000. Van dit budget is € 1.700.000 aan werkzaamheden ten uitvoer gebracht in 2014. Een deel groot , circa € 400.000, is “overgelopen” naar 2015. Dit betreft werkzaamheden welke wel in opdracht zijn gegeven, maar niet meer in 2014 afgerond konden worden. Een bedrag van nog eens € 400.000 is “on hold” gezet. Om strategische reden worden deze werkzaamheden vooralsnog niet uitgevoerd (bijvoorbeeld mogelijke verkoop van panden). Een bedrag van € 100.000 blijkt na nader onderzoek niet uitgevoerd te hoeven worden. Tot slot is er € 100.000 op het onderhoud bespaard als gevolg van BTW- en inkoopvoordeel.
  • gemeentelijke huisvesting:
    In 2014 is ca. € 680.000,- beschikbaar gesteld  ten behoeve van de uitvoer van de MOP. Van dit budget is € 115.000 aan onderhoudswerkzaamheden verricht en € 565.000 ten behoeve van verduurzamingmaatregelen aan het Stadhuis en Stadskantoor.

Actuele risico inschatting

Op dit moment is er geen sprake van actuele risico’s binnen het onderhoudsmanagement in de periode 2014 - 2017. De toenemende leegstand en lagere huurniveaus resulteren wel in een lager financieel resultaat op de portefeuille “verhuurde panden”. Het resultaat wordt structureel gemonitord in de MPG.

Risicoverantwoording